Nee! Wat is dat? We zijn weer terug in de ankerbaai Carlisle Bay na het inklaren en zijn op weg naar een borrel bij Fastus; zij liggen vlakbij ons. We kijken naar de Maximo en zien iets vreemds, een zonnepaneel hangt heel raar aan de reling. John en Monique van de Fastus gebaren al naar ons en we horen het verhaal. Vandaag was een wedstrijd met J-24’s; dit zijn kleine wedstrijd zeilbootjes. Deze hadden we vanmorgen ook gezien en begroet. Na de wedstrijd heeft één van deze bootjes een zonnepaneel vernield van de Maximo. Jeetje, zijn we de oceaan schadevrij overgestoken en dan gebeurt dit hier in de ankerbaai. Gelukkig is er verder geen schade aan de romp, alleen het paneel is totaal vernield, de NOA omhangbeugels ontzet en twee sceptersvoeten (paaltjes) iets verbogen in het dek. Fastus heeft de gegevens van de betreffende boot en de eigenaar. Toch heel fijn als je hulp krijgt van bekenden, anders weet je nooit of je wel de gegevens krijgt.
Het is wel heel vervelend dat het zonnepaneel stuk is, we zijn nl. afhankelijk hiervan en moeten wel genoeg stroom opwekken voor de koelkast, watermaker en verlichting. Dat lukt met een paneel minder onvoldoende en op Barbados zijn dit soort materialen moeilijk, te duur of niet te verkrijgen (zoals op de meeste eilanden hier).
Nadat we contact hadden gezocht met de eigenaar was een afspraak snel gemaakt. Gregory was uiterst behulpzaam en aardig en voordat we het wisten, zaten we gezellig een lokaal biertje, Banks, met hem te drinken op de Barbados Yacht Club en heeft hij ons de schade vergoed. Deze club ligt bij de ankerbaai en je kan voor 1 week gratis lid worden en je mag dan gebruik maken van alle faciliteiten. Er liggen ook 4 mooie tennisbanen en dat begint dan wel te kriebelen. Ik heb mijn rackets niet mee, dus een potje tennis zit er nu even niet in. Misschien een andere keer in de Carieb. Gregory gaf ook allerlei tips over het eiland en 1 daarvan hebben we opgevolgd. Eric zag vroeger allemaal mooie, lekkere plaatjes over het Surfers’paradise op Barbados, dus daar wilden we in ieder geval naar toe. Hij gaf aan dat we dan
naar Silver Sands zouden moeten gaan. Hup, wij in een busje en dit is al een belevenis op zich. Het is in het zuiden van het eiland en ongeveer een klein halfuurtje met de bus. Het kost 2 dollars per persoon, ongeacht hoelang je in de bus zit en onder het genot van luide gangstermuziek scheuren we richting Silver Sands. De lokale busjes (privé) rijden met twee personen; een chauffeur en iemand die het geld int. Je kunt overal instappen, gewoon even je hand opsteken en ze stoppen. De munteenheid is hier de Barbados dollar, je kan ook met US dollars betalen. (2 Barbados dollars = 1 US dollar).Silver Sand is de surfspot en stelt niet zo heel veel voor, maar er hangt wel een heel
relaxed sfeertje. Helaas geen windsurfers maar wel kitesurfers. Het was wat onbestendig weer dus af en toe een flinke bui en dreigende wolkenluchten. Het ziet er mooi uit en lijkt me ook wel wat om te leren; wie weet op Bonaire of elders in de Carbibean.En dan is het zomaar 10 januari, ik ben jarig! Heel bijzonder om dit hier te vieren met een happy hour op de Maximo, waarbij Fastus en Zeester aanwezig zijn. Wat heel toevallig is, is dat zeiljacht Zeester uit Petten komt en zij kennen weer vrienden; Marita en Bas. Met Marita heb ik jarenlang in het tennisteam gezeten en ik heb ook meerdere malen met het Badgastentennistoernooi in
Petten meegedaan. Hoe klein is soms het wereldje?De volgende dag horen we: “Volk, volk, hallo!”. We snellen naar buiten en begroeten de Thalassa, Geert en Edith. Ze komen aan vanaf de Kaapverden. Wat leuk! De volgende dag worden onze oversteken gevierd op de Thalassa samen met Fastus onder het genot van champagne. Wat geweldig om alle verhalen en ervaringen van de oversteek uit te wisselen. Het blijft bijzonder dat we helemaal hierheen zijn gezeild en wat ook heerlijk is, is dat je nu weer een hele nacht door kan slapen. Heerlijk genieten is dit. De eerste nacht riep Eric ’s nachts plotseling “wie zeilt de boot nu?!” Maar toen hij door had dat we achter het anker lagen en het dus niet vreemd was dat we samen lagen te slapen, viel hij weer snel in slaap.
Na 18 dagen op zee te hebben gezeten, is de waszak aardig vol en ook is alles behoorlijk zout, dus waar kun je wassen? Tegenover de Yacht Club zit een wasserette. Geen zelfservice, maar alles wordt voor je gedaan en je krijgt het netjes opgevouwen terug. Het kost 4,5 Barbados dollar per pond was. Ik kijk Eric aan en zie aan zijn gezicht dat hij wil zeggen: “No, thank you for the information, bye”. Ik ben net iets sneller en maak de afspraak voor het wassen. Eigenlijk belachelijk natuurlijk, maar wel erg prettig, dus we besluiten om het meest noodzakelijke te doen en de rest doen we op onze volgende bestemming.
Barbados is een land in het Caribisch gebied dat bestaat uit één eiland. De Britten zijn meer dan 300 jaar de baas geweest in Barbados. Dat is nu nog te merken aan de taal, sommige gebouwen en straatnamen. De meerderheid van de bevolking stamt af van slaven uit Afrika, zoals op veel Caribische eilanden. Er zijn hier veel suikerrietplantages te vinden en rum is hier één van de belangrijke producten. In de hoofdstad in Bridgetown staan bijna op elke hoek van de straat groente- en fruitkraampjes. Wel oppassen want ze kunnen toeristen wel afzetten. Het is ook vrij duur. Dit komt mede door de Europeanen en de vele cruiseschepen die hier vakantie vieren. Het regenseizoen is hier van juni tot november, echter, wij hebben hier heel veel regen al gehad. Dit is niet normaal voor deze periode van het jaar, maar Barbados is hiermee heel blij. Het is hier nl. veel te droog sinds een aantal jaren. De mensen op Barbados zijn bijzonder aardig en behulpzaam.
Hierbij nog wat tips namens onze “zonnepaneel”-crasher:
- Harrison’s cave: midden op het eiland kun je de grotten bezichtigen in een treintje.
- Oistins: in het zuiden van Barbados ligt de vissersbadplaats Oistins. Op vrijdag en zaterdag zijn hier markten ‘Fish Fry’ waarbij je heerlijke (vis)gerechten kunt proeven bij verschillende kraampjes. Later op de avond is er live muziek en kun je lekker dansen.
- In Bridgetown lunchen in restaurant Mustor’s, waar je heerlijk kan genieten van de lokale keuken, o.a. “Flying Fish en Cou-Cou”.
- Op het strand eten bij Lobster Alive onder het genot van live muziek.
- Pelican Craft Village in Bridgetown, dit is vlakbij de cruiseterminal waar je moet in-/uitklaren.
De perikelen met de zonnepanelen blijft ons achtervolgen en Eric wil dit zo snel mogelijk repareren. We besluiten dan ook om afscheid te nemen van Barbados en naar Martinique te gaan, dit is 1 nacht zeilen en op Martinique zitten heel veel (watersport) winkels, dus daar moet het kunnen worden gefixed. Eerst weer uitklaren op Barbados, dit kost 100 Barbados dollars = ca. 50 US dollar; het gaat weer op zijn Barbados (tig keer hetzelfde opschrijven en werken met carbonpapier). Uiteindelijk verloopt het allemaal heel voorspoedig.
We vertrekken op 17 januari en na een vlot en super relaxed tochtje komen we ’s ochtends al heel vroeg aan in Fort de France, de hoofdstad van het Franse Martinique. De Franse vlag kan weer worden gehesen en op naar de baquettes, croissants en zonnepanelen! Wordt vervolgd…..