De trossen worden losgegooid op 30 oktober om 9 uur. Op naar onze volgende bestemming, La Gomera. We worden uitgezwaaid door Maaike Saadet, Wildeman en Blue Bird Bracelets.
Het is een dagtocht van ca. 50 mijl. Tot de zuidpunt van het eiland moeten we op de motor, dit is ca. 2 uur. We zitten nl. in de luwte van het eiland, daarna zullen we wind hebben en kunnen we de zeilen hijsen. Voor de zekerheid doen we een rif in het grootzeil. Als we bijna bij de zuidpunt zijn, zien we aan het water dat we zo wind krijgen. Ja hoor, van windkracht 1 gaan we in 1x naar windkracht 5-6 met behoorlijke golven. De weersvoorspelling gaf zoveel wind niet aan. Af en toe wordt de boot weer lekker met zout water gespoeld en ik word net geen zeeziek maar het scheelt niet veel. Bij de Canarische eilanden heb je de zogenaamde acceleratiezones, waar je als zeiler goed rekening moet houden. Wat houdt dit in? Deze acceleratie zone, ook wel venturie effect genoemd, is een zone langs bijna alle Canarische eilanden waar de wind op de vulkaanpieken botst en daardoor met dubbele kracht of meer tussen de eilanden door blaast. Het gevolg is een enorme toename in windkracht. Ook verandert de windrichting vaak.Maximo gaat als een speer door het water en vaart, ondanks de hoge golven bijna continue 8-9 knopen. Het is toch wel lekker als je een snel jacht hebt. Voordat we het weten zijn we in de ankerbaai in het zuidwesten bij Valle Gran Rey, een klein, toeristisch vissersdorpje, en wordt het anker er om 16:00 uur ingegooid. Fijn om weer voor anker te liggen, dit geeft een heerlijk gevoel van vrijheid. Voordat we het ankerbiertje nemen, nemen we een duik in het heldere, blauwe water en Eric checkt even het anker op de donkere zandbodem. De chill modus wordt aangezet.
Het één na kleinste eiland van de Canarische eilanden is La Gomera. Het is een wandeleiland bij uitstek, dus we trekken de volgende dag de wandelschoenen aan en gaan vroeg uit de veren. De bus gaat nl. al om 8 uur en moeten eerst nog met de dinghy naar de wal en wandelen naar de bus. De volgende bus gaat nl. pas om 13 uur, dus deze wil je niet missen. De bus zit dan ook helemaal vol, voornamelijk met wandelaars. Het is zelfs zo erg dat een paar schoolkinderen er maar amper in kunnen en de chauffeur bij volgende haltes gewoon doorrijdt, ondanks dat er mensen staan te wachten. Staan in de bus is
er niet bij. Later blijkt ook wel waarom. De tocht is er één van haarspeldbocht na haarspeldbocht en de bus slingert zich een weg omhoog door de imposante Valle Gran Rey. Na 1,5 uur zijn we in het Nationaal Park Garajonay met als hoogste punt de Garajonay van 1.487m en stappen uit bij bushalte Pajaritos. Je kan hier kiezen tussen 2 opties, route 16 of 18, waarvan 18 de moeilijkste en langste. De keuze valt voor ons op 16 en gaan even lekker de zeebenen trainen. Het is een prachtige wandeling, maar de volgende keer zullen we toch voor 18 kiezen (mede op ervaring en advies van Roos en Hans van Vagebond).Van de Canarische Eilanden is la Gomera het minst toegankelijk. In het vulkanische gesteente zijn meer dan vijftig kloven, barrancos, uitgesleten. Vanuit de dicht beboste centrale hoogvlakte op 1350 meter lopen de kloven stervormig naar zee. La Gomera wordt daarom ook wel eens vergeleken met de vorm van een gepelde mandarijn. Tussen de barrancos kan het soms behoorlijk waaien en dat merken we ook bij ons in de ankerbaai.
Na een aantal dagen begint het weer te kriebelen en besluiten op 4 november om naar het volgende eiland, Tenerife, te hoppen (tochtje van 35 mijl). Ook hier krijgen we weer te maken met het venturie-effect. Op de motor langs het eiland en als we voorbij het eiland zijn, gaat de wind aan. Verwachting is een rustig tochtje met niet teveel wind, dus we hebben geen rif gezet. Zodra het zeil gehesen is, verdwijnt Eric benedendeks om de watermaker aan te zetten. Ik schrik, want de wind gaat weer naar windkracht 5-6 en roep Eric: “Je moet nu komen, 22 knopen wind!”. We zetten het zeil verder open, rif in het voorzeil, maar het gaat toch een beetje te gek, dus ook nog een rif in het grootzeil en we gaan weer heerlijk. Helaas mocht de pret niet lang duren, want na 1,5 uur gaat de wind alweer uit en kan de motor weer aan. Er zijn niet heel veel ankerbaaien op Tenerife, we hebben er wel één gevonden bij Los Cristianos. Hier liggen meer boten voor anker, dus besluiten om daar ook heen te gaan. De volgende dag komt er nog een Nederlands jacht, Thalassa met Geert en Edith, waarmee we ’s avonds nog even gezellig een borrel drinken. Los Cristianos is enorm toeristisch, veel Engelse toeristen en zij zitten om 11 uur op het terras met een halve liter bier voor € 0,95. We besluiten om Tenerife te laten voor het is. Je kan wel de vulkaan, El Teide, bezoeken. Echter, het schijnt dat je hiervoor een reservering moet maken anders kom je er niet op. Er is ook een hele mooie wandeling: de Masca-kloof afdalen. Deze gaan we de volgende keer doen.
In de ankerbaai hebben we wel last van swell/deining, waardoor de boot enorm ligt te rollen (schommelen), de keukenladen schuiven spontaan open, en Eric besluit om een hekanker uit te zetten. Dit is een anker achter je boot, zodat je recht op de golven blijft liggen en niet ligt te rollen. Hierdoor liggen we de dagen erna relatief rustig terwijl we andere zeiljachten als klepels heen en weer zien zwiepen. Het weer wordt elke dag nauwlettend in de gaten gehouden; we willen nl. naar ons volgende eiland hoppen. We kijken ernaar uit om naar Gran Canaria te gaan, omdat daar nog een verrassing op ons wacht. Vriendinnen Anouk en Mathilde hebben een last-minute geboekt en komen 18 november aan boord en de week erna de moeder en jongste broer van Eric. We willen nog wat ankerplekjes op Gran Canaria verkennen om te kijken waar we dan het beste kunnen liggen. We hebben er zin in!